Gemeenten en zorginstellingen hebben bij de transitie van de langdurende zorg vooral ingezet op continuïteit van zorg. De verantwoording van de uitgaven in de Wmo en Jeugdzorg hobbelt erachteraan. Het gaat om ruim zeven miljard euro. De afspraken die in contracten zijn vastgelegd, blijken te leiden tot problemen bij de rechtmatigheid van de uitgaven. In theorie is het vrij simpel. De gemeente wil inzicht in de uitgaven en de zorgaanbieder wil inzicht in de opbrengsten. Als de gemeenten de kosten goedkeurt, is de zorgaanbieder ook meteen klaar, want de uitgaven van de gemeenten vormen de omzet van de zorgaanbieder.
Contracten te complex
De beroepsorganisatie van accountants constateert echter dat de afspraken tussen gemeenten en zorgaanbieders vaak te complex zijn en dat de informatie-uitwisseling traag gaat. Om vast te stellen of de gedeclareerde zorg terecht is geleverd, hebben gemeenten gegevens nodig over individuele cliënten, de aard van de geleverde zorg en de naleving van contractuele verplichtingen. Als gemeenten en zorgaanbieders vasthouden aan hun oorspronkelijke afspraken, dan wordt het niets met de goedkeuring van de jaarverslagen, schrijft de beroepsorganisatie van accountants NBA in een brief aan alle gemeenten en zorgaanbieders. Er zijn te veel verschillende contracten. Dan zijn ze nooit op tijd klaar. ‘Met name voor zorgaanbieders kan dit gevolgen hebben voor hun bankfinanciering.’
NBA pleit voor afrekenscenario
De NBA pleit voor pragmatisme bij gemeenten en zorgaanbieders. Ze roept op de verantwoording te doen volgens het zogeheten ‘afrekenscenario’. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft deze variant al op 21 december in een ledenbrief aanbevolen bij gemeenten. De gemeente kan de productieverantwoording van de zorgaanbieders verifiëren aan de hand van de uitgewisselde informatie en de eigen cliëntenbasisregistratie. Als er onvoldoende duidelijkheid is, kan een aanvullende verantwoording plaatsvinden volgens een speciaal protocol: de financiële productieverantwoording en het Algemene Accountantsprotocol van IZA. Dit protocol richt zich op het recht op zorg, de omvang van de zorg, de levering van de zorg en het voldoen aan declaratievereisten. In de meeste gevallen zal er volgens de NBA op deze manier voldoende zekerheid over de omzet van zorgaanbieders bestaan.
Onregelmatigheden
Maar Mike Tagage van BDO ziet een risico in deze werkwijze. ‘Het zal erg veel werk met zich meebrengen om afrekenafspraken te maken tussen de individuele instellingen en soms vele gemeenten. Vanwege de hoge tijdsdruk loopt men bovendien het risico dat achteraf toch veel onvolkomenheden naar voren komen waar later discussie over kan ontstaan, zoals in andere sectoren. Mocht echter toch voor een afrekenscenario worden gekozen, dan zou dit ook moeten leiden tot daadwerkelijke zekerheid dat achteraf geen naheffingen meer mogelijk zijn. Overigens is ook bij het Algemene Accountantsprotocol van IZA een kanttekening te plaatsen omdat het voor individuele gemeenten beperkt zekerheid geeft. Het geeft de gemeenten geen zekerheid over de kosten per gemeente, waardoor het mogelijk ook de zorginstelling te weinig zekerheid geeft. BDO adviseert om meer tijd te nemen voor het verantwoordingsproces en gedegen controles uit te laten voeren.’